[Previous entry: "5. Encore plus de particularités"] [Next entry: "7. Comme un étalon"]
12/02/2007: "6. L’avancement de recherche"
Een weekje hard werken. Klik op 'link' om de hele tekst te lezen.
Vanwege de vele bijzonderheden die West-Afrika te bieden heeft, heb ik voorheen vol overgave de pleziertjes van mijn nieuwe leven beschreven. Maar het voornaamste motief van mijn reis naar deze contreien is niet te vergeten mijn afstudeeronderzoek.
Dat gaat volgens plan. De onderzoeksopzet verandert zo nu en dan nog een beetje naar aanleiding van het commentaar dat ik krijg van verscheidene mensen hier. Zo geeft Ulrik, een onderzoeker uit Zweden die voor eigen onderzoek enige dagen met mij meeloopt, mij nuttige tips aangaande statistische analyse van mijn resultaten. Burkinese onderzoekers voorzien mij van data van eerder onderzoek in vergelijkbare regio’s. En natuurlijk kan Erik mij enorm helpen met het daadwerkelijke veldwerk. Zijn kunde om het belang van bepaalde (door mij over het hoofd geziene) aspecten van landschap, bodem en landgebruik aan te stippen is voor mij erg nuttig.
Over de onderzoeksresultaten ben ik tot dusver tevreden. Het effect van de door mij bestudeerde landgebruiktechnieken op diverse fysische bodemeigenschappen lijkt zeer verschillend en die informatie is interessant voor landbouwmanagement alhier. Ook Erik is enthousiast en daar ben ik blij om. Wanneer een docent van de universiteit helemaal speciaal voor mij vanuit Nederland komt overvliegen (toch wel zo’n duizend euro met Air France), een week lang in een uiterst primitief dorpje verblijft (zonder toilet of douche) en bereid is voor mij van enkele korst monsters slijpplaat analyses te laten doen (vijfhonderd euro per slijpplaat), dan voel ik wel de druk om aan de slag te gaan om het zo maar te zeggen. En daar is niks mis mee natuurlijk. Het enthousiasme van Erik leidt tot diverse ideeën voor publicaties. Ik ben wat dat betreft wat sceptisch; eerst de resultaten van het labwerk in Amsterdam afwachten. Als het echt wat voorstelt dan zien we wel verder. Wel ben ik in overleg met Erik begonnen aan een abstract om in te dienen voor een poster op een congres in Wenen. De poster zal betrekking hebben op het effect van termieten op fysische bodemeigenschappen. Ik heb erg leuke resultaatjes omtrent toename van hydrofobie namelijk. Dat abstract moet half januari al af zijn, dus ik ga de komende weken hard aan de slag.
Buiten de werktijden vermaak ik mij nog steeds prima. Eerst voelt het een beetje raar om met een universitair onderzoeker annex hoofddocent een kamer te delen, biertjes te drinken, voetbal te kijken en traditionele moordwapens te kopen op de markt in Kaya. Maar juist hierdoor ontstaat een lossere band en dat is nooit verkeerd. De dagelijks terugkerende vraag ‘wie gaat er vanavond bier halen?’ is alleszeggend.
Enfin, de onderzoeksresultaten zijn letterlijk om over naar huis te schrijven en Erik ziet genoeg perspectieven. Dat is erg goed voor de gemoederen en een goede stimulans voor komende weken.
Voor een sufferdje uit Spanje is hier wel degelijk het een en ander te vinden trouwens. In een colluviaal acrisoltje onder een dorpje op lichte helling vind ik op ongeveer een halve meter diepte duidelijk houtskoolfragmentjes. Mocht Reigert echt geïnteresseerd zijn, dan zal ik kijken of ik wat mee kan nemen.
Veldwerk en kindertjes overal.
Laat ook een berichtje achter! Geen enters…